De stoere politieagent Johan van de Veer schrikt op een nacht wakker in zijn dienstauto door twee kwajongens die het communicatiekanaal verstoren. Als de kwajongensstreek omslaat in een serieuze noodkreet, wordt de verbinding verbroken en verkeren de jongens in nood.
Johan probeert tevergeefs weer contact te leggen met de jongens. Als Johan’s navigatiesysteem door een onverklaarbare reden de oude bioscoop als locatie aangeeft, besluit Johan een kijkje te gaan nemen.
Als hij de bestemming heeft bereikt en de bioscoop in gaat, wordt terugkeer naar zijn oude vertrouwde leven nooit meer mogelijk. Terwijl de kwajongensstreek ruimte maakt voor een psychisch spel tussen leven en dood, maakt zijn stoerheid voor het eerst ruimte voor leven in doodsangst.